donderdag 2 juni 2011

Mekong delta en Phnom Penh


De laatste twee dagen in Vietnam ben ik met een busje naar de Delta gebracht (om 7 uur in de ochtend) en tot mijn verrassing zag ik daar Darren, een Ier (hoe kan het ook anders) waarmee ik een andere avond biertjes had gedronken. De trip door de Mekong was erg bijzonder, precies zoals ik gedacht had dat het zou zijn. Natuurlijk niet zo mooi als de beschrijving in de folder van de tour, maar voor het goedkoopste wat je kunt vinden moet je nooit teveel verwachten.

Op de Mekong
In de Delta gingen we eerst vanaf de haven op een redelijk grote boot naar een ander klein haventje waar we met een klein bootje voor 6 personen een stuk van de kleinere delen van de Delta gingen verkennen. Een ontzettend groen stuk met bruin water en veel, heel veel palmen langs de kant. Het was echt een soort tunnel van palmbomen en water. Dit bootje bracht ons naar een kokos-snoepjes ‘fabriek’. Een aantal vrouwen die van kokos en een aantal andere ingredienten snoep maken en die voor een iets te hoge toeristenprijs aan je willen verkopen. Niet geheel authentiek dus, maar daar wen je snel aan als je in Vietnam bent.

Onze boot-madam
Na de snoepjes gingen we naar een bijen’fabriek’ en kon je je vinger in honingraat stoppen vol met bijen! Aangezien ik het niet zo heb op stekende en vliegende beesten vond ik het niet zo heel comfortabel. Ik heb nu ook ongeveer 30 bulten op mijn lichaam, reuze charmant. Na de bijen en het vasthouden van een slang gingen we lunchen op hetzelfde eiland. Na de lunch kwamen we op de boot wat krokodillen (!) tegen en legden we aan om wat tropisch fruit te gaan proeven. Ik had er zin in! Eindelijk de durian (die stinkvrucht) proeven. Ondertussen m aakte ik al grapjes met de andere backpackers over dat het waarschijnlijk gewoon mango en banaan is. Wat bleek, het was ananas, banaan, mango en dragonfruit. Tja, wel tropisch maar niet zo nieuw. Dat was jammer maar niet getreurd natuurlijk!

Helemaal niet zo lief en groen als de opblaasbare kroky die ik vroeger had!
Aan het einde van dag een gingen we met hetzelfde kleine bootje nog een stukje varen tot we weer bij de grote boot kwamen die ons naar de kade bracht. Het busje bracht Darren en mij naar een overstapplaats waar we met een ander busje naar Chau Doc gebracht zouden worden. Chau Doc is een klein plaatsje gelegen aan de grens met Cambodja. In die plaats zouden we onze tweede Mekong dag starten. We dachten dat we er met een uurtje of twee, drie wel zouden zijn maar dit werden er zes. Helaas voor ons in een iets te klein local busje met 16 stoelen en 22 personen erin. Niet dat de krappe zitplaats zo erg is, maar het constante gebliep van de achteruitrijsensor die niet stopte was wel erg vervelend.

Na een kort nachtje slapen, 6 uur ging de wekker, kregen we een lekker ontbijtje en werden we door een bijzonder goed Engels sprekende gids (vrouw) opgehaald om drijvende dorpen en een visserij te bekijken. Hier merkte je gelijk al dat het een veel minder toeristische aangelegenheid was. De visserij was bijzonder om te zien. Eigenlijk gewoon een van de drijvende huizen waar ze een kooi onder hebben gebouwd zodat de vissen wel in de rivier zwemmen maar niet wegkunnen. Ze kweekten daar Tilapia filet.
Vissersbootje gezien vanaf de visserij

Na de visserij gingen we naar een eiland waar oude houten hutten op palen staan omdat het waterpeil nogal schommelt. In een van de huizen zat een oude vrouw sarongs en sjalen te maken. Alle kinderen die daar rondliepen leken erg blij en nu hadden ze drie maanden vrij van school. Dit eiland was echt zo’n andere omgeving dan wat je in Europa ziet. Best armoedig maar de mensen hebben het daar volgens mij wel goed.

Paalhuizen langs de route
Visser
Terug op de boot hebben we langs de kant nog veel mooie dingen gezien. Er waren vooral veel kinderen die het principe van ‘bommetje maken in het water’ goed onder de knie hadden! Iedere keer als we een nieuw groepje kinderen tegenkwamen begonnen ze enthausiast te zwaaien en in het water te springen, vrolijkheid alom! Na een lange tocht kwamen we aan bij de Cambodjaanse grens! In een hoekje van het water stond een vlag en daar moesten we ongeveer een half uur wachten totdat onze paspoorten klaar waren. Alles ging soepel en we gingen nog twee uur verder met de boot.

Lieve kindjes en het waterpeil van ieder jaar. Een keer is het peil zo gestegen dat het de huizen inliep. Tegenwoordig komt het water steeds minder hoog te staan in het natte seizoen.
Vietnamese woonboot
Na de boot gingen we met een hobbelig busje naar Phnom Penh. We zijn in Cambodja! Yes! Ik was echt ontzettend blij en had ineens veel energie en zin om alles om me heen te verkennen. Al gelijk werd duidelijk dat de Cambodjanen er heel anders uitzien dan de Vietnamezen. Ze zijn donkerder en hebben een wat boller en ronder gezicht. Ze zijn over het algemeen ook wat minder mager. Ook toeteren ze hier minder en eenmaal in Phnom Penh aangekomen zag je overal blije gezichten om je heen.

Diezelfde avond ben ik met de Ier en twee Franstalige Belgen uit eten geweest op de lokale markt. Echt verrukelijk eten en wat drankjes voor nog geen drie dollar. Duidelijk een plek om terug te keren. Nu, op dag 3, ben ik er ook al meerdere malen geweest. Samen met de kamer voor 2,50 dollar per nacht gaat mijn budget als een malle de goede kant op!

Vriendschapsmonument aan het eind van de straat waar mijn hostel is
Phnom Penh is een vriendelijke stad met brede wegen en uiteraard ook veel scooters, brommers en Cambodjaanse stijl tuk-tuk’s maar dan zonder het getoeter. Het is een gezellige stad en overal kun je lekker eten, broodjes halen, sugarcanjuice drinken en kokosnoten kopen voor een prikkie. Hier houd ik echt van! Lekker lokaal en met de ontzettend vriendelijke mensen praten.

Markt met links naast de markt het overheerlijke en goedkope eten
Niet al het lokale eten is even lekker. Doordat er in de oorlog zo weinig te eten was hebben ze geleerd om ook insecten van alle soorten en maten te eten. Ik heb ze gezien, maar deze jongens laat ik toch maar aan me voorbij gaan.

Vandaag ben hetzelfde groepje en Lucky, onze chauffeur, naar Choeng Uk gegaan. Oftwel, de Killing Fields. Ik heb mijn boek over de oorlog uit en het heeft me echt gegrepen. Nog geen 35 jaar geleden heeft de Khmer Rouge onder leiding van Pol Pot verschrikkelijke dingen gedaan om ervoor te zorgen dat er meer gelijkheid onder de Cambodjanen zou zijn. Helaas voor de inwoners van dit land had dit een totaal ander effect. Ongeveer 2.000.000 inwoners zijn overleden dankzij dit gruwelijke regime. Niet alleen door directe moord, voornamelijk door het niet uitdelen van eten. De meeste zijn dus gestorven aan de verschrikkelijke honger die ze hadden.

Na de Killing Fields werden we naar het Tuol Sleng museum, S21, gebracht. Dit museum is in Phnom Penh en was een voormalige school. Dit schooltje werd door de Khmer Rouge gebruikt als gevangenis en martelruimte. Het zijn vier redelijk grote gebouwen met daarin de foto’s van vele slachtoffers, schedels, bloedspatten en andere vreselijke dingen. Als je er meer over wilt weten, vraag gerust maar het is niet het meest vrolijke verhaal helaas.

Nationaal Museum
Uiteraard kwam ik vandaag ook weer de drie Belgische jongens tegen die ik in Dalat heb ontmoet. Overal waar ik ga zie ik ze! Gisteren kwam ik ze tegen toen ik met mijn iets te grote kokosnoot om te drinken stond te schuilen onder een boom voor de harde regen. Ik keek even om mij heen en wie zag ik daar onder de boom naast me staan.. Juist ja! De regen leek niet te stoppen en ik had mijn camere in mijn niet waterdichte tasje dus zijn we met een tuk-tuk naar een barretje gegaan om te schuilen en wat te kletsen.

Straatbeeld van het centrum nabij de kleine markt
Door deze oorlog verbaasd het me ontzettend dat de Cambodjanen zo positief in het leven staan. Met een gemiddeld jaarinkomen van 480 dollar per persoon behoord dit land tot een van de armste ter wereld. Ondanks dit en de oorlog laten de inwoners van die land zich echter niet kennen. Vol goede moed zijn ze het land weer aan het opbouwen, leggen nieuwe wegen aan, gaan vrolijk naar hun werk toe en ze lijken het verleden en de agressie en haat tegen Pol Pot achter zich te hebben gelaten. De inwoners verrassen me echt en ik word erg blij om dat te zien!

Morgen ben ik hier nog een dagje om een pakketje naar huis te sturen en nog wat rond te hobbelen. Overmorgen ga ik proberen om met een lokaal busje naar Battambang, gelegen in het westen, te gaan. Er zijn hier ook genoeg toeristenbussen en dat gaat allemaal erg gemakkelijk, maar naar mijn idee een beetje te. Ik zou graag wat meer van het minder toeristische Cambodja zien en hoop door met dit busje te gaan wat Engels sprekende mensen tegen te komen. Tja, comfortabel of niet, het avontuur moet je blijven opzoeken toch?

Cambodja schijnt trouwens ook mooie stranden te hebben, maar ondanks de wetenschap dat ik pas weer in Myanmar of Indonesie strand ga zien sla ik het toch over. Ik vind het nu wel tijd om afscheid te nemen van Darren en zelf verder te gaan, te lang met iemand samen reizen maakt me een beetje benauwd hoewel het wel erg gezellig was! Het is nu ook regenseizoen en om dan in je eentje aan een regenachtig strand te zitten.. Battambang wordt het dus! Daarna waarschijnlijk richting Siem Reap om de tempels, de stad zelf en Inge (van Orca) op te zoeken. Ik heb echt zo’n zin om meer van dit nu al bijzondere land te zien!

Knuffels Ingrid

2 opmerkingen:

  1. Been there. Heftig inderdaad!

    Genieten meisje :) Tot snel.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haha te grappig, maar onze chauffeur heette ook lucky! Had die ook een helm op met lucky op de achterkant? Tuol sleng is heftig he! Ongelooflijk wat voor een martelpraktijken daar plaatsvonden. En dat allemaal in de jaren 80! Wij hadden best wel een trieste dag met bezoek aan de prison en killing fields. Maar toch een must see.
    Je verhalen klinken goed en ik ben echt heel jaloers op je. Geniet van de mooie tempels op Angkor en groetjes aan Inge!

    p.s. MISS YOU!!!

    BeantwoordenVerwijderen